Vrijwilligers

Onze Vrijwilligers

Vrijwilligers

Veel organisaties doen voor hun werking beroep op vrijwilligers: personen die zich engageren om een bepaalde activiteit binnen een organisatie te verrichten. Iemand hoeft geen lid te zijn van een organisatie om vrijwilligerswerk te kunnen verrichten voor deze organisatie. In principe kan iedereen vrijwilligerswerk verrichten vanaf de leeftijd van 15 jaar, op voorwaarde dat men in hetzelfde kalenderjaar 16 jaar wordt. Vrijwilligerswerk is niet tijdsgebonden. Zowel occasionele als regelmatige prestaties kunnen onder het toepassingsgebied van de wet betreffende de rechten van de vrijwilliger vallen.

 

Dit is de wet van 3 juli 2005, in werking getreden op 1 augustus 2006. Deze wet werd al verschillende keren gewijzigd, de laatste keer door de wet van 24 december 2020.

 

De wet zorgt voor een algemeen juridisch statuut voor de vrijwilliger en beschermt de vrijwilliger tijdens het vrijwilligerswerk. De wet verplicht de organisatie namelijk om de vrijwilliger te verzekeren en grondig te informeren. Bovendien schept de wet meer duidelijkheid omtrent de mogelijke kostenvergoedingen en eventuele beperkingen voor bepaalde personen om vrijwilligerswerk te kunnen uitvoeren.

De verzekeringsplicht

Organisaties met verzekeringsplicht zijn burgerlijk aansprakelijk voor hun vrijwilligers.

 

We hebben het dan over organisaties met een rechtspersoonlijkheid; zoals een vzw. Elke vzw is verplicht om in het kader van het vrijwilligerswerk een verzekering burgerrechtelijke aansprakelijkheid af te sluiten die de burgerlijke aansprakelijkheid van de vzw dekt.

 

Een feitelijke vereniging bestaat in feite, maar niet in rechte (ze heeft geen rechtspersoonlijkheid). Wanneer deze vrijwilligers inschakelt, valt ze eveneens onder het toepassingsgebied van de wet betreffende de rechten  van de vrijwilligers. Voor onafhankelijke feitelijke verenigingen die geen personeel in dienst hebben is de verzekeringsplicht niet van toepassing op vrijwilligers die onbaatzuchtige activiteiten voor hen verrichten. Deze organisaties kunnen er evenwel voor kiezen om toch een verzekering burgerlijke aansprakelijkheid voor hun vrijwilliger(s) af te sluiten.

De informatieplicht

De bedoeling van deze informatieplicht is de vrijwilliger duidelijk te informeren betreffende het engagement dat hij aangaat. De organisatie moet de vrijwilliger inlichten over:

 

  • De onbaatzuchtige doelstelling (het doel dat opgenomen is in de statuten van de organisatie kan worden vermeld) en het juridisch statuut van de organisatie + de identiteit van de verantwoordelijke indien het gaat over een feitelijke vereniging;
  • De (verplichte) verzekering burgerlijke aansprakelijkheid die de organisatie afgesloten heeft voor de vrijwilliger;
  • Mogelijks andere polissen (vb. ongevallenverzekering);
  • De eventuele storting van een kostenvergoeding voor het vrijwilligerswerk, de aard van deze kostenvergoeding en de gevallen waarin ze wordt gestort;
  • Het feit dat de vrijwilliger is gehouden tot een discretieplicht. De organisatie kan een aantal spelregels bepalen die de vrijwilligers moeten naleven.

Deze informatie kan aan de vrijwilliger verstrekt worden op welke wijze ook (vermelding op de website van de organisatie, een schriftelijke mededeling die door de vrijwilliger wordt ondertekend voor ontvangst,…). Alhoewel niet expliciet verplicht, spreekt het voor zich dat ook de naam, het adres, een telefoonnummer en e-mailadres van de organisatie wordt meegedeeld aan de vrijwilliger.

Kostenvergoedingen

Afspraken hierover (wel of niet, bedrag, soort(en) kostenvergoeding(en) (=> zie verder), evenals de door de vrijwilliger na te leven formaliteiten om een terugbetaling van de kosten te verkrijgen, moeten gepreciseerd worden in de informatieplicht.

Beperkingen voor bepaalde personen om vrijwilligerswerk te mogen doen

In principe kan iedereen vrijwilligerswerk verrichten. Toch bepaalt de vrijwilligerswet een aantal categorieën van vrijwilligers die speciale aandacht vereisen.

 

Voor mensen met een vervangingsinkomen is er meestal een aangifteplicht bij de instantie die instaat voor de uitbetaling van het vervangingsinkomen.

 

De vrijwilligerswet bepaalt eveneens in hoeverre het ontvangen van bv. een leefloon cumuleerbaar is met vrijwilligerswerk en het ontvangen van een kostenvergoeding.

Zijn bestuurders ook vrijwilligers?

Indien het bestuursmandaat onbezoldigd is, dan worden bestuurders beschouwd als vrijwilligers. Bestuurders van een organisatie worden verondersteld meer te doen dan het louter bijwonen van vergaderingen. Voor deze activiteiten zijn de bepalingen inzake aansprakelijkheid en verzekeringsplicht van de vrijwilligerswet wel van toepassing.)

 

Het vrijwilligerswerk moet onbezoldigd zijn. Het werk wordt verricht zonder enige vorm van vergoeding van deze prestaties. Wel kunnen de onkosten die een vrijwilliger maakt worden vergoed. De wijze van vergoeden is strikt gereglementeerd.

1. Terugbetaling gemaakte onkosten

  1. Dit kan een terugbetaling zijn van werkelijk gemaakte onkosten waarvan de bewijsstukken in de boekhouding worden bewaard. Alle gemaakte onkosten dient de vrijwilliger te kunnen staven met bewijsstukken.

2. forfaitaire kostenvergoeding

  1. Er kan ook een forfaitaire kostenvergoeding uitbetaald worden waarvoor geen bewijzen nodig zijn. De forfaitaire kostenvergoeding is aan een dubbele maximumgrens onderworpen: max. 42,31 euro per dag en max. 1.692,51 euro per jaar. Voor vrijwilligers die een forfaitaire kostenvergoeding ontvangen, moeten nominatieve lijsten bijgehouden worden in de boekhouding.

Vrijwilligers binnen één van de onderstaande categorieën kunnen genieten van een verhoogde forfaitaire jaarvergoeding:

  • Sporttrainer
  • Sportlesgever
  • Sportcoach
  • Jeugdsportcoördinator
  • Sportscheidsrechter
  • Jurylid

Voor deze vrijwilligers kan het maximum jaarbedrag verhoogd worden naar 3.108,44 euro per jaar. Opgelet: deze verhoging van het jaarplafond kan niet voor wie een  sociale zekerheidsuitkering of een sociale bijstandsuitkering ontvangt (bv. RVA- of OCMW-uitkering).

De maximumbedragen gelden per vrijwilliger en niet per vereniging waarin de vrijwilliger actief is! De vrijwilliger die in meer dan één organisatie actief is, moet voor zichzelf nagaan dat deze bedragen niet worden overschreden!

3. Vervoerskosten

Gemaakte vervoerskosten kunnen terugbetaald worden en dit voor een maximum van 2.000 km per jaar per vrijwilliger. Deze kilometervergoedingen worden per kwartaal geïndexeerd om in te spelen op de schommelende brandstofprijzen. Voor 2025 kunnen de volgende bedragen worden toegekend:

 

  • eerste kwartaal: maximum 0,4290 euro/km
  • Tweede kwartaal: maximum 0,4320 euro/km

 

Een combinatie van 1 en 2 kan niet. Een combinatie van 2 en 3 kan wel.

 (Bron: Handboek Werken met vrijwilligers – De wetgeving praktisch toegelicht – Politea)

Vragen?

Contacteer ons en wij helpen je graag.

Schrijf je in voor de laatste nieuwtjes!

Deze site gebruikt cookies om ervoor te zorgen dat jouw ervaring goed verloopt.